Onder impuls van Kannunik van Crombrugghe (1789-1665) werd in 1838 de congregatie van de Zusters van de Heilige Jozef opgericht. In 1841 kochten de Zusters het middeleeuwse ambachtshuis van de schilders in de Zilverstraat met bijhorende Sint-Lucaskapel aan. In het spoor van hun stichter en bezieler, startten de Zusters er een kantschool, een wezenschool en een “Fransche school” met pensionaat. Vanaf 1930 begint men in de Zilverstraat met de uitbouw van een volwaardig handelsonderwijs om in te spelen op de vraag naar een opleiding van handelspersoneel.
Uit die handelsschool ontstond in september 1962 de Moderne Humaniora. Het initiatief om algemeen vormend onderwijs voor meisjes in te richten kwam op nadrukkelijke vraag van de katholieke sociale organisaties en ouders uit de middenklasse van Brugge.
Drie jaar later, in 1965, verhuisde de Moderne Humaniora naar het neoklassieke gebouw in de Noordzandstraat 76. Het studieaanbod werd in de loop der jaren uitgebreid: Wetenschappelijke B (1965), Latijn (1969) en Latijn-Wiskunde (1970) in de lagere jaren en Latijn-Wetenschappen in de hogere jaren (1972), Wetenschappelijk A (1981) en Economische (1982). In 1983, bij de start van het toenmalige V.S.O. (Vernieuwd Secundair Onderwijs) werd gestart met gemengd onderwijs. In 1989 werd geleidelijk de eenheidsstructuur SO ingevoerd die de basis vormt van het huidige studieaanbod. In 2007 werd afscheid genomen van het blauwe uniform.
Tijdens het schooljaar 2012-2013 vierde de school uitbundig het vijftigjarig bestaan van de school. In de loop van die vijftig jaar was er een sterke dynamiek aanwezig bij de verschillende directies en personeelsleden, leken en religieuzen. Dit vertaalde zich in een stijgend leerlingenaantal, een verruiming van het studieaanbod en een infrastructuur, die voortdurend werd aangepast en gemoderniseerd.
Naar aanleiding van dit feestjaar werd een feestboek uitgegeven waarin door mevr. Hilde Van Den Kieboom, leerkracht geschiedenis, de historiek van de school wordt beschreven aan de hand van krachtlijnen van het beleid van de vijf directeurs.